Vlaming heeft zo'n drie dagen nodig om aan zomeruur te wennen
Een jaar geleden bleek uit een online enquête van de Commissie al dat 80% van de 4,5 miljoen deelnemende EU-burgers het zat is om twee keer per jaar hun fysieke en dus ook hun biologische klok te verzetten. Telenet onderzocht welke invloed de uurwisseling heeft op ons kijkgedrag.
De overschakeling naar het zomeruur lijkt, dankzij dat uur verloren slaap, klassiek het moeilijkst te verteren. Maar hoe vertaalt zich dat in ons kijkgedrag 's avonds? Uit de cijfers blijkt dat mensen anticiperen op het komende uur slaapverlies door op zaterdag vroeger naar bed te gaan: we stoppen gemiddeld een half uur vroeger met televisiekijken, om 22u41 in plaats van om 23u07. Op de zondag na de uurswitch is dit effect nog duidelijker voelbaar en stoppen de meeste mensen al met kijken om 22u29 opnieuw 35 minuten vroeger dan normaal. De impact blijft voelbaar tot en met dinsdag, wanneer we nog steeds 27 minuten vroeger onze schermen uitschakelen. Daarna normaliseert opnieuw het uur waarop men de dag afsluit. (lees verder onder de foto)
Telenet
Verschil in regio's
De impact verschilt ook van regio tot regio: Limburg voelt het dieptepunt van de aanpassing het laatst van iedereen en zet op donderdag en vrijdag, anderhalve week na de uurswitch, respectievelijk 50 minuten en 1 uur en 18 minuten vroeger de schermen uit. Bij de andere provincies is het verschil dan al geslonken naar maximum 19 minuten.
Foto Telenet
Winteruur
Opvallend is dat het winteruur ons minder hevig, maar wel langer ontregelt dan het zomeruur. Op de zaterdagavond voor de overschakeling naar winteruur zien we dat mensen gemiddeld niet veel vroeger of later gaan slapen, maar op zondag zetten Vlamingen hun scherm later uit dan normaal. Maandag stoppen we dan weer vroeger met kijken, op woensdag later, op donderdag is het uur normaal en op vrijdag weer later: in tegenstelling tot de verwachting lijkt het uur extra slaap van de overschakeling naar het winteruur ons dus langer te ontregelen dan een uur minder slaap.