Voor eerst sinds Tweede Wereldoorlog minder personenwagens in België

Het aantal personenwagens in België is voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog gedaald. Dat blijkt maandag uit cijfers van statistiekbureau Statbel. Op 1 augustus telde België 5.888.589 personenwagens, tegenover 5.889.210 een jaar eerder. Het gaat om een kleine maar opmerkelijke daling van 0,01%.
door
camille.van.puymbroeck
Leestijd 1 min.

De voorbije tien jaar steeg het aantal personenwagens immers gemiddeld met 1,27% per jaar. De COVID-19-pandemie heeft volgens Statbel ongetwijfeld invloed gehad op deze cijfers.

Vooral benzine en diesel

In de afgelopen vijf jaar is het aantal wagens dat op diesel rijdt elk jaar iets sneller gedaald. In 2020 zijn er 6,3% minder dieselwagens dan een jaar eerder. Tegelijkertijd blijft het aantal benzinewagens stijgen (+5% in 2020). Benzinewagens vertegenwoordigen nu 48,3% van het personenwagenpark, terwijl dit voor dieselwagens 47,8% bedraagt.

De hybride wagens blijven ver achter in het Belgische voertuigenpark. Ze zijn de voorbije vijf jaar wel vervijfvoudigd in aantal en zijn vandaag goed voor 2,6% van het totaal. Elektrische wagens vertegenwoordigen slechts 0,4% van het voertuigenpark, ondanks de sterkste jaarlijkse stijging (+56,4%). Er zijn 23.983 wagens van dit type terug te vinden op onze wegen. Ten slotte is er een lichte stijging van het aantal wagens op gas (+0,2%) tot 14.957 voertuigen.

België telt voorts ook 16.422 autobussen en autocars, 910.356 voertuigen voor goederenvervoer, 52.802 trekkers, 196.504 landbouwtrekkers, en 78.469 speciale voertuigen. Het totale voertuigenpark bestaat dus uit 7.143.142 voertuigen. Er zijn ook 507.996 motorrijwielen geregistreerd in België.