Waarom we vandaag Halloween vieren

Om de oorsprong van Halloween te achterhalen moeten we teruggaan naar de Kelten, meer bepaald naar Samhain, een oud Keltisch festival.

De Kelten, die 2.000 jaar geleden leefden in het gebied dat we nu kennen als Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Noord-Frankrijk, vierden hun nieuw jaar op 1 november. Deze dag gaf het einde aan van de zomer en de oogst en het begin van de donkere, koude winter, een tijd die vaak gelinkt werd aan de dood.

De Kelten geloofden dat de grens tussen de wereld van de levenden en de doden vervaagde tijdens de nacht voor het nieuwe jaar. De nacht van 31 oktober vierden ze Samhain, een nacht waarin de geesten van de doden terugkeerden naar de aarde. De Kelten schreven heel wat eigenschappen toe aan de bezoekende geesten. Ze zouden voor allerlei problemen zorgen, gewassen vernielen en het gemakkelijker maken voor de druïden, de Keltische priesters, om de toekomst te voorspellen. Voor een volk dat volledig afhankelijk was van de natuur, waren deze voorspellingen een belangrijke bron van comfort en richting tijdens de lange, donkere winter.

Druïden bouwden gigantische heilige vreugdevuren, waar mensen bijeenkwamen om gewassen en dieren te verbranden voor de Keltische goden. Tijdens de viering droegen de Kelten kostuums bestaande uit dierenkoppen en dierenvellen. Zo verkleed probeerden ze elkaars toekomst te lezen. Op het einde van het feest staken ze opnieuw haardvuren aan met vuur uit de heilige vreugdevuren om hen te beschermen tijdens de winter.

Bij deze is het mysterie over de oorsprong van de feestdag opgelost! Bezoekende geesten zijn ondertussen vervangen door bezoekende kinderen, zonder dierenkoppen en met een - hopelijk - kleinere vernielzucht dan de geesten van weleer.