Wapens worden het zwijgen opgelegd
Rusland en de Verenigde Staten brachten zaterdag hoopvol nieuws. De twee landen hadden een akkoord bereikt over een plan dat tot een staakt-het-vuren moest leiden in Syrië. Dat maakten de Amerikaanse en Russische ministers van Buitenlandse Zaken, John Kerry en Sergej Lavrov, bekend. Als de wapenstilstand een week standhoudt zullen de VS en Rusland samen gecoördineerde aanvallen uitvoeren in Syrië, zo legde Kerry uit. "De Verenigde Staten willen een extra stap zetten omdat we denken dat Rusland en mijn collega (Sergej Lavrov, red.) in staat zijn om druk uit te oefenen op het Assad-regime om het conflict te beëindigen en aan de onderhandelingstafel plaats te nemen."
Volgens Kerry is het plan mogelijk een "keerpunt" voor de oorlog, die sinds 2011 al meer dat 290.000 levens heeft geëist. Het moet er ook voor zorgen dat de humanitaire hulp tot bij de mensen in nood geraakt. Dat kan alleen als alle partijen het plan naleven, waarschuwde Kerry. De Syrische oppositie heeft voorzichtig positief gereageerd, maar de rebellen tonen zich vooralsnog sceptisch.
De kans dat het staakt-het-vuren faalt, is reëel. Zo zijn er de afgelopen jaren al heel wat akkoorden gesloten, maar die botsten telkens op het wantrouwen van de verschillende actoren. Bovendien is het een regionale oorlog waarbij veel landen en groeperingen betrokken zijn, wat hem extra complex maakt.
Bloedige dag
De dag van de aankondiging van de twee buitenlandministers was net een erg bloedige in Syrië. Bij luchtaanvallen in de provincie Idleb vielen minstens zestig doden, waaronder heel wat vrouwen en kinderen. Ook in en rond Aleppo vielen op hetzelfde moment minstens dertig burgerdoden, zo meldde het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten (SOHR). Vermoedelijk waren de luchtaanvallen op Idleb en Aleppo het werk van het Syrische regime of bondgenoot Rusland.
De laatste maanden zijn de gevechten tussen de regering en de oppositie fel geëscaleerd, waardoor de levensomstandigheden voor de burgers er snel op achteruit gaan. Zo is er in de lokale ziekenhuizen een gebrek aan chirurgen om de gewonden te opereren.