"We zoeken steeds een oplossing voor elk lokaal probleem"

door
Belga
Leestijd 2 min.

"We zoeken steeds een oplossing voor elk lokaal probleem, wanneer het ons gesignaleerd wordt", zegt Inge Debruyne, woordvoerster van De lijn in een reactie op het bericht van Belga vandaag dat 42 procent van de gemeenten geen toiletten heeft voor buschauffeurs. Volgens de woordvoerster van De Lijn zit er een logica achter de verdeling van de toiletten. "De regel is dat er voorzien wordt in een toilet aan het begin- en aan het eindpunt van het traject dat de chauffeur aflegt", aldus de woordvoerster. Meestal bevindt het toilet zich in een gebouw van De Lijn, aan de stelplaats bijvoorbeeld, maar als dat niet kan, wordt een alternatief gezocht bij bijvoorbeeld spoorwegmaatschappij NMBS of een handelszaak in de buurt van dat begin- of eindpunt. Als ook daar geen oplossing gevonden wordt, zijn er tot slot nog de mobiele toiletten als alternatief.

De woordvoerster van De Lijn betreurt dat het bericht over het toilettentekort De Lijn "opnieuw" in een slecht daglicht stelt. "Tegenwoordig zijn precies alle middelen goed om op De Lijn te schieten. Nochtans zetten we ons in om oplossingen te bieden, als ons een probleem in verband met toiletten wordt gesignaleerd. Er wordt daar ook fors in geïnvesteerd", aldus de woordvoerster.

De toilettenproblematiek werd aangekaart door Vlaams parlementslid Tom Ongena (Open Vld) na een parlementaire vraag aan zijn partijgenote, Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld). "Als goede werkgever moet De Lijn zorgen voor voldoende sanitaire faciliteiten voor haar werknemers", zegt Ongena. "De voorbije jaren zijn er al heel wat inspanningen gedaan, maar toch zijn er in 4 op de 10 Vlaamse gemeenten nog steeds geen toiletten beschikbaar. Daarom zou De Lijn met die specifieke gemeenten best in overleg gaan om tot snelle en pragmatische oplossingen te komen."

Volgens de woordvoerster van De Lijn zijn er verschillende kanalen langs dewelke de buschauffeurs problemen in verband met tekort aan sanitaire installaties kan signaleren. "Er kan een melding gedaan worden bij de teamleider of de chauffeur kan de kwestie aankaarten bij het Comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW)", aldus nog Inge Debruyne.

bron: Belga