Werkgevers staan open voor loopbaansparen
Heel wat werkgevers staan open voor het principe van loopbaansparen, hoewel er nog in geen enkele sector een cao over werd afgesloten. Maar uit een bevraging van HR-dienstenleverancier Acerta blijkt dat bijna zeven op de tien van zowat honderd ondervraagde CEO's en HR-managers pro is, op voorwaarde dat de loonkost niet stijgt. Zowat 32 procent is tegen loopbaansparen, 58 procent is voor en 9 procent zou het willen invoeren voor een beperkte groep van werknemers, blijkt uit de bevraging. "Werkgevers zien in loopbaansparen een manier om tegemoet te komen aan de wensen van de werknemers, om de retentie te verhogen, om hun inzetbaarheid te bevorderen of als alternatief voor tijdskrediet/ouderschapsverlof", klinkt het bij Acerta. De HR-dienstengroep merkt op dat de wettelijke mogelijkheden om voor kortere tijd extra vrij te nemen, al bij al nog vrij beperkt zijn.
Opmerkelijk: heel wat werkgevers zien de invulling van loopbaansparen vrij uitgebreid. Een derde denkt aan tien extra opspaarbare dagen, bijna een kwart gaat tot twintig en nog eens evenveel zou zelfs geen beperking opleggen qua aantal dagen. En ook over de termijn waarbinnen de werknemer zou beschikken voor het opnemen van zijn opgespaarde dagen, zijn werkgevers heel liberaal. Slechts een kwart zegt dat die binnen een half jaar of een jaar moeten worden opgenomen, één op de drie pleit voor geen enkele beperking. Zowat 85 procent van de werkgevers vindt het bijvoorbeeld een optie om de opgespaarde dagen aan het einde van de loopbaan te plakken om zo de pensioendatum wat te vervroegen.
Het enige voorbehoud dat de werkgevers maken is dat er geen extra loonkost tegenover mag staan, aldus Acerta. Dat betekent concreet dat de werkgever het loon betaalt dat gold op het ogenblik dat de opgespaarde tijd werd verdiend, en niet van het moment waarop men die tijd opneemt. Een sollicitant met een rugzakje van opgespaarde dagen, zou door 63 procent van de bevraagde werkgevers zonder problemen in dienst worden genomen, maar zij willen wel niet financieel moeten opdraaien voor de opgespaarde tijd.
De steun in werkgeverskringen is opmerkelijk, want de regeling om vakantie op te sparen voor later is al meer dan twee jaar oud -ze maakte deel uit van de Wet op werkbaar en wendbaar werk- maar nog in geen enkele sector werd hierover al een cao afgesloten. Acerta merkt op dat enkele paritaire comités en subcomités - onder andere de petroleumnijverheid en -handel, de scheikundige nijverheid, het PC200 voor bedienden en het stads- en streekvervoer- dit onderwerp midden deze maand op hun agenda hebben staan. Als zij geen akkoord zouden bereiken, kunnen bedrijven uit deze sectoren zelf het initiatief nemen om loopbaansparen in te voeren. Acerta merkt nog op dat ook zonder uitgewerkt kader, een derde van de bevraagde werkgevers al spontaan naar systemen van tijdsparen grijpt, bijvoorbeeld onder de vorm van recup voor overuren of in het kader van cafetariaplannen.
bron: Belga