Wie huismerken koopt, bespaart tot 90%
Zowat de helft van het aanbod in de supermarktrekken bestaat momenteel uit huismerken. Samen zijn die producten goed voor zo'n 36% van de omzet. Bovendien zit zowel de populariteit als het aandeel van de huismerken in de lift. Uit een onderzoek van Nielsen Shopper Trends Survey blijkt dat 86% van de respondenten minstens evenveel of zelfs meer huismerkproducten inslaat dan een jaar geleden. Slechts 8% beweert minder huismerken te kopen en een schamele 3% haalt enkel A-merken in huis.
Prijs doorslaggevend
De reden waarom Belgen steeds vaker voor huismerkproducten kiest ligt voor de hand: dit soort producten is nu eenmaal goedkoper. Bovendien heeft acht op de tien landgenoten het gevoel dat de voedselprijzen stijgen, waardoor ze vaker opteren voor een minder dure variant van een product. Bovendien neemt het prijsverschil tussen de goedkope huismerken en de duurdere A-merken enkel toe. In 2009 was een merkproduct gemiddeld 78% duurder dan een huismerk. Vorig jaar liep dat verschil op tot 90%.
"De prijsstijgingen in de winkel zijn nagenoeg volledig toe te schrijven aan de grote merken", verklaart het vakblad Retail detail, dat de prijsverschillen berekende. "De huismerken verhogen hun prijs niet in dezelfde mate, waardoor de prijskloof enkel groter wordt".
Leiders en volgers
"Huismerken zijn volgers", verklaart retailspecialist Jorg Snoeck. "Ze hebben niet de kosten die de grote A-merken wel hebben. Die moeten constant innoveren, nieuwe producten bedenken, ze in de markt zetten en daarvoor promotie voeren. Dat kost gigantisch veel geld", legt hij uit. "Steeds meer retailers zetten in op huismerken. Vroeger vond je die alleen in de Aldi en de Lidl. Nu heeft een Colruyt of een Carrefour ook een gamma huismerken. En Aldi verkoopt intussen ook merken".
In de meeste supermarkten winnen de huismerken dus aan terrein in zowat alle voedselcategorieën. Enkel bij het inslaan van alcoholische dranken zweert de consument trouw aan de merken.