Witte haai kan helpen kanker te genezen
Wetenschappers onderzoeken al jaren het DNA van de grootste roofvis ter wereld. Hij wordt gemiddeld vier tot vijf meter lang, maar de grootste exemplaren meten wel acht meter en hebben een gewicht van 3.400 kilogram. Bovendien kan het dier zo'n zeventig jaar oud worden, best oud voor zo'n groot dier. En dat is de reden waarom wetenschppers zo geïnteresseerd zijn in zijn DNA.
Normaal gezien neemt de kans op bepaalde ziektes zoals kanker toe naarmate de grootte van het dier, omdat een groter dier meer cellen heeft die aangetast kunnen raken. Maar de witte haai heeft daar geen last van.
Nieuw onderzoek van de Save Our Seas Shark Centre USA (SOS SC), een studiecentrum verbonden aan de Amerikaanse Nova Southeastern University in Florida, heeft nu ontdekt wat er zo bijzonder is aan het DNA van een witte haai.
Het DNA van de haai is anderhalf keer groter dan dat van de mens. Niet onlogisch als je weet dat het beest ook veel groter is dan de mens. Maar daarbovenop kan de grote witte haai zijn DNA zelf genezen, iets waar wij niet toe in staat zijn.
Springende genen
Wij mensen hebben last van 'springende genen'. Stukjes DNA springen als het ware van het ene chromosoom naar het andere waardoor ze schade kunnen veroorzaken als ze op de verkeerde plaats terechtkomen. Bij haaien hebben springende genen net een positief effect. Het kan de drijvende kracht zijn achter de DNA-reparatiemechanismen.
Waarom het onderzoek naar het DNA van de mensenhaai nu zo belangrijk is voor ons? Genoominstabiliteit is een belangrijke oorzaak van ernstige menselijke ziekten, aldus onderzoeker Mahmood Shivji. De natuur ontwikkelde blijkbaar al enkele slimme strategieën om het genoom in deze grote haaien alsnog te stabiliseren. Er valt dus nog enorm veel te leren van de haaien. Die informatie kan nuttig zijn in de strijd tegen kanker en ouderdomsziekten.