Zes buitenlandse gewoontes die je als reiziger moet kennen
1. Slurpen
Bij kinderen wordt het nog wel eens getolereerd, maar verder is slurpen tijdens het eten in België vaak uit den boze. In Azië denkt men daar anders over. Door te slurpen geef je daar namelijk een compliment aan de chef en laat je merken dat het eten lekker smaakt.
2. Glimlachen en vreemden gedag zeggen
In België begroeten we elkaar al eens met een glimlach of een knik. In Korea daarentegen is dit minder gebruikelijk. Als je iemand niet kent, dan negeer je elkaar. Als ze elkaars blikken toch kruisen, kijken ze snel weg of worden de Koreanen in het ergste geval zelfs boos wanneer je glimlacht.
3. Te laat komen
In België is stiptheid de standaard en starten we zonder twijfel op het afgesproken tijdstip. Als men door omstandigheden toch iets later komt, dan wordt er een reden gegeven. In sommige landen denkt men hier anders over. In bijvoorbeeld Argentinië, India, Turkije en Spanje vindt men een kwartiertje tot een halfuurtje later komen heel normaal.
4. Spuwen en snuiten
Het gebeurt in België nog weleens, maar volledig acceptabel is op straat rochelen niet. In China daarentegen doet bijna iedereen het. Jong en oud, man en vrouw, iedereen spuugt en snottert erop los.
5. Juist niet snuiten
Het kan ook andersom. In Japan is het onbeleefd je neus te snuiten op straat. In het verkoudsheidsseizoen vormt iedereen dus samen een snuiforkest in de trein.
6. Aan je eten ruiken
Hier complimenteren wij vaak de chef door te zeggen dat het eten fantastisch ruikt. In Tanzania is het zeer onbeleefd om aan je eten of drinken te ruiken. Hiermee insinueer je dat het eten slecht is. Als men iets aanbiedt, hoor je het daar dus gewoon aan te nemen en uit te proberen.