Amerikaanse dokters noemen BMI «racistisch»

Al bijna 200 jaar is de BMI het meetinstrument om een ‘normaal’ en ‘gezond’ gewicht te bepalen. Nu concludeert de American Medicial Association (AMA), de Amerikaanse beroepsvereniging voor artsen, dat de BMI een «imperfect systeem» is, dat «historische schade» aanrichtte en «rassen uitsloot». Zij raden nu andere manieren aan om obesitas en eetstoornissen te diagnosticeren in een medische setting.

door
Redactie Online
Leestijd 3 min.

«Al jarenlang zat ik in een ‘de nieuwe kleren van de keizer’-situatie, waarbij ik maar niet kon begrijpen waarom sommige erg intelligente dokters toch nog bleven gebruikmaken van een systeem dat duidelijk erg gebrekkig was», reageert A. Janet Tomiyama, een professor psychologie aan de Universiteit van Californië, aan The New York Times op het nieuws.

Het klopt dat de kritiek op BMI de laatste jaren alleen maar aanzwol. Veel van de geluiden die toen al klonken, bevestigt de invloedrijke beroepsvereniging AMA nu ze het gebruik van de BMI (body mass index) afraden als tool om gezondheid en gewicht te meten. Zij bevestigden via een stemming dat BMI een «imperfect systeem» is. «BMI is voornamelijk gebaseerd op gegevens die verzameld zijn van eerdere witte, niet-Spaanse bevolkingsgroepen», schrijft de AMA. De BMI is dan wel «significant gecorreleerd» met de hoeveelheid vetmassa in de algemene bevolking volgens AMA, maar op individueel niveau is het een pak minder accuraat.

Wat is de BMI?

Ter herhaling: je BMI bereken je door iemand gewicht (in kilo) te delen door het kwadraat van hun lengte (in meter). Afhankelijk van je score heb je ‘ondergewicht’, ‘gezond gewicht’, ‘overgewicht’ of ‘obesitas’. De Belgische astronoom en wiskundige Adolphe Quetelet kwam als eerste op de proppen met het systeem in 1832. Vanaf 1972 kwam het dankzij fysioloog Dr. Ancel Keys bekend te staan als de ‘body mass index’ en werd het hét instrument om de gezondheid van de algemene bevolking te meten.

«De gemiddelde man»

Alleen hield Quetelet zo’n 200 jaar geleden vooral rekening met de «l’homme moyen», de gemiddelde «normale» man. Lees: witte, Europese mannen. Maar wat gezien wordt als «gezond» hangt net af van je ras, gender en leeftijd. Vrouwen hebben bijvoorbeeld meer lichaamsvet dan mannen en Aziatische mensen hebben meer lichaamsvet dan witte mensen.

Ook werd geen onderscheid gemaakt tussen vet, spieren en botdichtheid. Volgens de BMI lijden heel wat professionele sporters dus officieel aan overgewicht. Bovendien houdt het systeem ook geen rekening met waar het vet zich bevindt. Zo is het gevaarlijker om vet rondom je organen te hebben in vergelijking met vet rond je heupen. Verschillende rassen dragen vet op verschillende plaatsen. Zwarte vrouwen zouden meer vet rond de heupen dragen in vergelijking met witte mensen, die meer vet dragen rondom de middel wat in verband staat met een groter risico op hart- en vaatziektes en diabetes type 2.

Verkeerde diagnoses

Die reductieve manier om naar gezondheid te kijken, creëerde een hoop verkeerde diagnoses, merkte ook een studie uit 2016 van de Universiteit van Californië. Zij ontdekten dat zo’n 30% van de mensen met een «gezonde» BMI in feite ongezond waren, terwijl een grote groep mensen die zogezegd «obees» was perfect gezond was.

Vooral minderheidsgroepen ondervonden daar schade aan. De BMI overschat de gezondheidsrisico’s van vet voor zwarte mensen en onderschat gezondheidsrisico's voor Aziatische mensen, ontdekten eerdere studies.

Voorlopig reikt de AMA enkel richtlijnen aan voor dokters, geen strikte regels rond het gebruik van de BMI. Maar experts hebben het wel over een belangrijke eerste stap.