Pride: LGBTQIA+-jeugd die zich gesteund voelt, groeit dubbel zo vaak gelukkig op
Iedereen heeft steun nodig. Of het nu komt van je ouders, je school of je vrienden, steun is onmisbaar. En net dat komen veel jongeren van de LGBTQIA+-gemeenschap tekort. Met alle gevolgen vandien, want uit onderzoek blijkt de enorme impact van steun, of het gebrek eraan.
Niet-ondersteunende thuis- of schoolomgevingen hebben een sterk nadelig effect op de geestelijke gezondheid van jonge LGBTQIA+ mensen. Het rapport Positive Futures, uitgevoerd door de liefdadigheidsinstelling Just Like Us, toonde aan dat jonge homo's die in hun jeugd werden gesteund, bijna twee keer zoveel kans hadden om gelukkig te zijn in hun vroege volwassenheid.
Schaamte
Ze hadden ook twee keer zoveel kans om zich goed te voelen over zichzelf en vier keer minder kans om zich te schamen omdat ze homo, lesbisch, biseksueel of transgender zijn.
De liefdadigheidsinstelling ondervroeg 3.695 mensen tussen 18 en 25 jaar - waaronder 1.736 jonge volwassenen die zich identificeren als LGBTQIA+.
De gevolgen van een gebrek aan steun in cijfers:
· Bijna de helft minder kans dat ze gelukkig zijn op volwassen leeftijd (43% vs 85%)
· Vier keer zoveel kans om zich als volwassene te schamen voor hun LGBTQIA+-zijn (41% tegen 9%)
· Half zoveel kans om zich goed te voelen over zichzelf (41% vs 89%)
· Meer dan drie keer zoveel kans om zich 'nooit of zelden' optimistisch te voelen over hun toekomst (42% vs. 12%)
· Drie keer meer kans dat zij er geen vertrouwen in hebben dat zij een carrière zullen hebben die zij leuk vinden (48% vs. 17%)
· De helft meer vertrouwen in het vinden van een levenspartner (34% tegen 70%)
· De helft meer vertrouwen dat ze kinderen zullen krijgen, als ze dat willen(25% vs 49%)
· Meer dan twee keer zoveel kans op zelfmoordgedachten en -gevoelens (85% vs. 39%)
· Meer dan twee keer zoveel kans op zelfbeschadiging (71% vs 33%)
· Meer dan tweemaal zoveel kans om in het afgelopen jaar paniekaanvallen te hebben gehad (60% vs. 28%)
· Bijna tweemaal zoveel kans om in het afgelopen jaar een depressie te hebben gehad (82% vs. 42%)