En dat is zeven! Ook ‘Tori et Lokita’, het verhaal van de vriendschap tussen twee niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, heeft Luc en Jean-Pierre weer een prijs opgeleverd op het festival van Cannes. De onderscheiding zet het enorme visuele verteltalent van de Luikse broers in de verf, en ze onderstreept meteen ook de politieke lading van een film die het dagelijkse leven van jonge migranten in België beschrijft.
Is er een specifiek fait divers dat jullie de inspiratie heeft gegeven om ‘Tori et Lokita’ te schrijven?
Luc Dardenne (
foto rechts
) : «Nee, net zoals iedereen horen we op het nieuws praten over jonge migranten die verdwijnen en betrokken raken bij bepaalde illegale netwerken. De insteek voor dit verhaal is hoe eenzaam ze zich voelen. We hebben gepraat met gespecialiseerde psychiaters, en die legden ons uit dat voor die jongeren de eenzaamheid het moeilijkste is om mee te leven. ‘Tori et Lokita’ is fictie omdat we het verhaal vertellen van een vriendschap tussen twee verzonnen personages. We zien die vriendschap als een territorium waar ze samen terecht kunnen, waar ze kunnen overleven en plezier maken en ook in dezelfde kamer slapen. Tegelijkertijd wilden we met deze film de huidige situatie in België, in Europa en daarbuiten aan de kaak stellen.»
Tori en Lokita hebben ongetwijfeld vreselijke dingen meegemaakt voor ze in België aankwamen. Hoe komt het dat ze toch zo openhartig en zelfs bijna naïef zijn?
Jean-Pierre Dardenne (links) : «Zo wilden we ze voorstellen, en ik denk dat het overeenstemt met de werkelijkheid. Het is een van de redenen waarom we bijvoorbeeld Joely Mbundu gekozen hebben voor de rol van Lokita. Ze is een meisje van 17 maar ze moest nog iets kinderlijks hebben als ze lacht. We hebben ook een tijd een andere actrice overwogen die een jaar ouder was, maar je voelde dat die al een andere levenservaring had. Als je mensen filmt, legt de camera een uitstraling vast die niet verandert. Daar kun je niets aan doen. Joely’s personage heeft een zekere naïviteit in zich. Dat geldt ook voor Tori, die gespeeld wordt door de jonge Pablo Schils. Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat ze ongetwijfeld tegen de lamp zullen lopen met hun plan om zich voor te doen als broer en zus. Maar hun naïviteit is ook mooi, omdat ze laat zien dat ze in het leven geloven. We dachten dat het goed zou zijn voor een film over vriendschap.»
De film zit vol deuren en muren. Waarom is dat?
Jean-Pierre: «Omdat we verhalen vertellen over grenzen oversteken en onderduiken. Als je ziet hoe Tori zich in een auto verstopt, roept dat het idee op van een kleine verstekeling die zich bij zijn familie voegt. Het zijn beelden die een band hebben met zulke ervaringen.»
Tori en Lokita willen doen geloven dat ze broer en zus zijn. De hele wereld kent jullie als broederpaar. Is er een verband? Het is bijvoorbeeld ook de eerste keer dat jullie twee namen in de titel zetten.
Jean-Pierre: «Dat klopt, het is de eerste keer. En je zult ook zien dat Tori en Lokita meestal samen in beeld zijn. Wat dat idee van broers betreft, denk ik echter niet dat… (herpakt zich) Kijk, als je een personage verzint, stop je er onvermijdelijk dingen uit je eigen leven in, al dan niet bewust. Hebben wij meer recht of ervaring om een verhaal over broederschap te vertellen omdat wij zelf twee broers zijn en al zo lang samen films maken? Misschien wel, misschien niet. Maar we weten hoe dan ook dat we geen films kunnen maken als we niet samen zijn. En aangezien ‘Tori et Lokita’ over een onverwoestbare band gaat, is er misschien wel een link met ons leven.»
Luc: «Maar ik heb nooit gedacht dat mijn broer de inspiratie was voor Tori of Lokita!» (lacht)
Jean-Pierre: «Als we er iets van onszelf in gestopt hebben, dan gaat het niet verder dan het gevoel van sterke solidariteit. Er is geen directe link.»
Zit er nooit een haar in de boter tussen jullie beiden?
Jean-Pierre: «Helemaal niet. Daar houden we ons niet mee bezig.»
Luc: «Anders loopt het gegarandeerd fout.»
Jean-Pierre: «Dan kun je beter iets anders doen.»
Luc: «Hij drinkt spuitwater, en ik heb liever plat water. Daar houden onze geschillen op.»
Jean-Pierre: «En zo kan ik mijn fles lekker voor mezelf houden!» (lacht)