MOVIES. Gerard Butler ontbindt zijn duivels in ‘Copshop’: «Ik ben vrienden geworden met enkele huurdoders»
Van ‘300’ tot ‘Gods of Egypt’ en van ‘Machine Gun Preacher’ tot de ‘Olympus Has Fallen’-trilogie, de Schotse acteur Gerard Butler houdt wel van een portie actie. Die dient hij met meer genoegen dan ooit op in ‘Copshop’, een knetterende thriller met een donker geestig kantje.
In ‘Copshop’ speel je een sympathieke huurdoder, als dat bestaat. Kun je voor zo’n rol meer doen dan ervoor zorgen dat je fysiek in orde bent, je tekst uit het hoofd leren en elke dag op de set verschijnen?
Gerard Butler: «Ik ben vrienden geworden met enkele huurdoders en ik heb hen vergezeld bij een paar opdrachten. Gewoon om te zien hoe dat voelt, weet je wel? Om mijn bloeddorst op te wekken. Dat heeft me zeker geholpen om me in de rol in te leven. (
We komen weinig te weten over Viddick, je personage. Heb je voor jezelf een hele achtergrond verzonnen?
«Zeker. Dat vind ik ook belangrijk. Ik wil weten wie die kerel in het dagelijks leven is. Kan hij goed opschieten met zijn moeder? Wie telt er echt voor hem? Hoe was zijn jeugd? Wat heeft ervoor gezorgd dat hij iemand is geworden die de planeet wil schoonwassen? Wat denkt hij over zijn slachtoffers? Geniet hij ervan om zulke complexe plannen te bedenken om tot bij zijn doelwit te geraken? Als je dat allemaal weet, kun je geloofwaardiger zo’n figuur spelen. En op zoek gaan naar schokkende en plezierige en coole ideeën.» (
Een jaar of tien geleden dook je geregeld op in romantische komedies. Is dat voorgoed verleden tijd?
«Ik probeer zoveel verschillende soorten films te maken. Ik heb bijvoorbeeld onlangs een kleine thriller gedraaid [‘Chase’, nvdr] waar ik mijn rol volledig mocht improviseren. Iedereen kende het script behalve ik. Een paar jaar geleden heb ik een misdaaddrama gedaan over vuurtorenwachters, ‘The Vanishing’. En ik heb in Shakespeare-verfilmingen meegespeeld. Romantische komedies horen daar inderdaad al even niet meer bij, maar dat genre lijkt ook een stille dood gestorven. Dat is jammer, want ik heb ze altijd graag gedaan. Hopelijk keren ze ooit terug.»
RECENSIE COPSHOP***
Niemand zal het je kwalijk nemen als je één blik op de affiche van ‘Copshop’ werpt en zucht «Weer zo’n dwaze actiefilm». Tenslotte gaat het over een politiekantoor dat belaagd wordt door criminelen. Regisseur Joe Carnahan is effectief in staat tot domme rommel als ‘The A-Team’ maar ook tot stevige thrillers als ‘The Grey’, en ‘Copshop’ hoort thuis in de tweede categorie. Dat dankt de film met name aan de vertolking van Alexis Louder als de taaie jonge sheriff, maar ook aan de genadeloze pikzwarte humor. Tot Carnahan elke zelfbeheersing laat varen en ‘Copshop’ in een eerder vermoeiende vuurwerkshow verandert. (rn)